04-11-2025

Astrid Boons gaat dieper over Deep Time

In dit interview gaat Jasper van Luijk in gesprek met Astrid Boons over haar nieuwe voorstelling Deep Time, die op zondag 16 november in Theater Kikker te zien is.

15235

Dans als verzet tegen de verdoving van onze digitale tijd.

Ik spreek Astrid Boons via Zoom op een vroege vrijdagochtend. Ze is druk met de repetities voor haar nieuwe voorstelling bij Theater Heidelberg in Duitsland. Ondertussen laveert ze tussen Antwerpen, Nederland en andere internationale partners, terwijl ze moeder is én een Nederlandse tournee van haar voorstelling Deep Time voorbereid. 

Ik merk al snel dat tijd voor haar geen vast gegeven is. “Een dag is vaak te kort,” vertelt ze. “Maar in de studio verschuift mijn tijdsbesef. Daar kan ik volledig opgaan in het maken. Het zijn de gelukkigste momenten: niets anders doet ertoe.” Het is in die intensieve uren dat Boons haar vakmanschap aanscherpt: door dans niet te benaderen als een verzameling passen, maar als een proces waarin tijd, lichaam en geest langzaam hun lagen blootleggen.

Het lichaam in een digitale tijd

Die benadering raakt aan een grotere zorg die als een rode draad door haar werk loopt: onze verhouding tot technologie. Boons ziet hoe lichamen steeds meer plaatsmaken voor schermen en algoritmes. 

“We vergeten ons lijf, tot er iets misgaat – een burn-out, pijn, ziekte. Dat vond ik beangstigend. Maar ik realiseerde me ook: wij zijn de generatie die deze digitale transitie moet dragen. Daar kunnen we niet van wegkijken.” Dans wordt zo een vorm van verzet. “Door terug te keren naar het lichaam herinneren we onszelf dat we méér zijn dan data. Het lichaam kan ons wakker maken, ons beschermen tegen de verdoving van constante prikkels.” 

Tegelijkertijd is Boons niet naïef. Ze is uitgesproken kritisch over kunstmatige intelligentie en de snelheid waarmee technologie zich ontwikkelt. “Ik vertrouw de manier waarop we ermee omgaan niet. Er ontbreekt wetgeving, er ontbreekt kritisch bewustzijn. Ik maak me zorgen: wat voor mensen zijn we aan het worden? Mijn werk stelt daar vragen bij, zonder pasklare antwoorden.”

Een eigen bewegingsvocabulaire

Na jaren als danseres bij topgezelschappen als het Nederlands Dans Theater en GöteborgsOperans Danskompani koos Boons bewust voor de sprong naar eigen werk. “Ik had zoveel input gekregen dat ik moest stilstaan: wat is eigenlijk van míj? Wat zit er in mijn lichaam dat eruit wil?” 

Een belangrijke ervaring was het werken met de Japanse choreograaf SaburôTeshigawara die dagenlang improvisatie en uitputting gebruikte als methode. “Dat confronteerde me voortdurend met mezelf. Niet makkelijk, maar bevrijdend. Daarna kon ik niet meer terug – mijn eigen stem werd te luid om te negeren.” Zo ontstond een danstaal die niet gaat over het uitvoeren van vormen, maar over staten van zijn en lichamelijke intelligentie. 

Boons werkt vaak vanuit organen of fysieke principes en laat dansers daar langdurig mee experimenteren. “Het gaat er niet perséom dat je iets dóet, maar dat dansers iets kunnen laten ontstaan. Door tijd te nemen kom je in een andere staat van zijn. Dáár begint de dans.”

Vakmanschap en vrouwelijke stemmen 

Naast inhoudelijke thema’s gaat het werk van Boons ook over positie innemen als maker. Als vrouw in de danswereld merkte ze dat er vaker getwijfeld wordt aan haar keuzes – zeker sinds ze moeder is. “Er wordt sneller gevraagd of ik wel ver genoeg kan gaan. Maar ik heb geleerd te vertrouwen op mijn eigen ritme. Ik hoef geen vijf producties per jaar te maken. Liever intensief en betekenisvol, met balans. Dat is óók vakmanschap.”